Vruchtbare Samenwerking
BLOK VI
PeriodE 1860-1881
Vanaf het prille begin hebben de burgers van Rusland blijk gegeven van humanisme en vrijgevigheid jegens slachtoffers van oorlog en gewapende conflicten, zowel militair als burger.
Nikolay Pirogov, humanist en erkenning van zijn bijdrage
Nikolay Pirogov raakte voor het eerst betrokken bij militaire chirurgie in 1847 tijdens de Kaukasische oorlog als gevolg van een langdurige Russische invasie (1817-1864) van deze regio. Keizer Nicolaas I stuurde Pirogov naar het oorlogsgebied om het gebruik van de nieuwe ethertechniek op het slagveld te demonstreren. Nikolay en zijn collega's behandelden Russische soldaten, Kaukasische rebellen en gevangenen met evenveel aandacht. In 1848 werd hij onderscheiden met de Orde van St. Anne 2e klasse. Vanwege "...zijn pionierswerk in militaire geneeskunde en chirurgie en zijn zorg voor de verbetering van de situatie van de gewonden en zieken in legers op het veld…” werd Pirogov “... een voorloper in de strijd voor humanitaire regels…” genoemd “...die zouden resulteren in de ondertekening van de Eerste Conventie van Genève en de oprichting van een Rode Kruisvereniging in Rusland…” Dit was zeven jaar vóór de Krimoorlog en zeventien jaar vóór de Conventie van Genève.
Krimoorlog (1853 – 1856)
De Krimoorlog speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van humanitaire hulp aan de oorlogsslachtoffers. De chirurg Nikolay I. Pirogov en de groothertogin Elena Pavlovna hebben voornamelijk aan dit idee bijgedragen. Ze trouwde in 1823 met groothertog Mikhail Pavlovich Romanov, de jongste zoon van keizer Paul I en keizerin Maria Fyodrovna. Als schoonzus van keizer Nicolaas I had ze gemakkelijk toegang tot hem en de hoogste kringen van de Russische en Europese samenleving. Nikolay Pirogov ontmoette Elena Pavlovna voor het eerst in 1848 toen hij terugkeerde van de Kaukasische oorlog naar Sint-Petersburg. Ze nodigde hem uit in het Mikhailovsky-paleis in het centrum van Sint-Petersburg om meer te weten te komen over het conflict en zijn betrokkenheid. Er ontstond een langdurige vriendschap. Kort na het begin van de Krimoorlog bereikten berichten over de onnoemelijke aantallen gewonden Sint Petersburg. Ze gingen over de gewonden die bedekt met bloed en in met bloed doordrenkete overjassen stonden te wachten in de open lucht stonden te wachten voor behandeling. Pirogov herinnerde zich zijn bezoek aan Parijs in 1837, waar hijhad gezien hoe vrouwen betrokken waren bij de zorg in de ziekenhuizen. Deze observatie inspireerde hem om een ​​professionele rol voor vrouwen in de gezondheidszorg te ontwikkelen.

Portret van Groothertogin Elena Pavlovna
olieverf op doek, kumstenaar Natalia Evgenievna Romanova, kopie van het origineel door Joseph-Désiré Court (1797-1865), 1842, Rusland, Sint Petersburg, 2013. Fotograaf - M.K. Lagotsky. ID GMZ Peterhof: VU 30365
© The Peterhof State Museum-Reserve, 2021

Verpleegkundigen van Holy Cross Community.

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Tijdens een bijeenkomst begin oktober 1854 bespraken Pirogov en Elena Pavlovna hulp voor van het leger in Sevastopol. Pirogov weet de vele onnodige sterfgevallen en complicaties aan de chaotische opeenhoping van gewonden bij de eerste hulpposten. Hij wilde onmiddellijke triage van de gewonden invoeren, maar daarvoor zou veel paramedisch personeel nodig zijn dicht bij het front. Tijdens hun gesprek waren beiden van mening dat vrouwen een essentiële en juiste rol zouden kunnen spelen in het ziekenhuisbeheer. De Groothertogin vertelde Pirogov over haar plan om de Heilige Kruisgemeenschap van Verpleegsters op te richten. Pirogov gaf onmiddellijk volmondig zijn steun en zag een rol voor deze vrouwen in de militaire ziekenhuizen. Keizer Nicholas I stemde in met hun plannen en benoemde Pirogov tot algemeen hoofd van de medische dienst van het leger.

In de herfst van 1854 deed Elena Pavlovna een beroep op Russische vrouwen om een ​​opleiding tot verpleegster te volgen. Al snel arriveerden vrijwilligers in het Mikhailovsky-paleis. Ze vertegenwoordigden alle geledingen van de samenleving. De meesten waren goed opgeleid en waren onder meer de vrouwen, weduwen of dochters van de adel, landeigenaren of militaire officieren. Er waren echter ook nonnen uit verpleegafdelingen en vrouwen uit de armere klassen met een beperkte opleiding. De Groothertogin betaalde de onkosten, maar het werk was onbezoldigd; de vrijwilligers werden gemotiveerd door een gevoel van vaderlandsliefde en zelfopoffering. De vrijwilligers zetten zich in om naastenliefde en vriendelijkheid in de praktijk te berengen en hun superieuren te gehoorzamen. Ze mochten geen betalingen of geschenken van de patiënten aannemen. Deze voorzorgsmaatregelen werden noodzakelijk geacht omdat ze onder duizenden mannen zouden werken. De vrijwilligers ondergingen een korte (enkele weken) intensieve training aan de St. Petersburgse Keizerlijke Medisch-chirugische academie en andere ziekenhuizen voordat ze naar de Krim werden gestuurd, zodat ze steun konden verlenen aan chirurgen die aan het front werkten. Ze woonden zelfs operaties bij die werden uitgevoerd door bekende artsen, oud-leerlingen van Pirogov.

De groothertogin veranderde haar Mikhailovsky-paleis in een militair medische backoffice. Het paleis werd een verzamelpunt voor de materialen en medicijnen die naar de Krim moesten worden verscheept. Het ontving geschenken zoals medicijnen, verband en linnengoed, en veel gelddonaties voor de oorlogsinspanning. De hofdames van de Groothertogin namen zelfs het werk van naaister op zich en maakten samen met vrijwilligers uniformen voor de verpleegsters. De beschikbaarheid van liefdadigheidsfondsen stimuleerde de vorming van verschillende andere verpleeggemeenschappen.
Pirogov als senior medische autoriteit

Pirogov in de belangrijkste eerstehulppost in 1855, olieverf op doek, kunstenaar M.P. Trufanof, 1969. КП ОФ 60743.

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Door een constante stroom verpleegkundigen had Pirogov eindelijk voldoende vrouwelijk personeel. In maart 1855 nam Pirogov de algemene leiding van alle eerstehulpposten en ziekenhuizen op zich. Vanwege de complexe werklast besloot hij het verplegend personeel in gespecialiseerde groepen te verdelen. Hij deelde ze in als verbandmeesters die chirurgen hielpen, als apothekersassistenten die medicijnen klaarmaakten en toezicht hielden op de distributie ervan, en als ziekenhuis huishoudsters die voor schoon linnengoed en zieken zorgden en ook toezicht hielden op de artsen en het administratief personeel. Pirogovs vertrouwen in de verpleegsters stelde hen in staat om hun volledige potentieel te laten zien. Hij was vastberaden in zijn lof voor hen. Hij schreef: “…De vrouwen droegen bovenmenselijke spanning zonder morren, met de grootste onbaatzuchtigheid en berusting. Hun gedrag jegens de chirurgen en hun assistenten was voorbeeldig; hun behandeling van de patiënten was allervriendelijkste, en al hun activiteiten kunnen niet anders dan als nobel worden gekwalificeerd ..."
Om de massale toestroom van gewonden het hoofd te bieden, nam Pirogov het gebruik van triage over dat eerder werd gebruikt door de Franse militaire chirurg Dominique-Jean Larrey om de gigantische hoeveelheid slachtoffers te beheersen. Pirogov verdeelde de medische voorzieningen in in drie secties: eerstehulpposten pal aan het front, een vliegende brigade en noodhospitalen op enige afstand achter het front. In het voorjaar van 1855, toen de gevechten heviger werden, bewezen de door Pirogov ingevoerde management veranderingen hun waarde. Het personeel wist nu hoe ze triage moesten uitvoeren met een betere uitkomst voor de patiënten met minder ernstige slachtoffers. Ze waren ook minder uitgeput, met verminderde ziekte en een verbeterde arbeidsvreugde.
Het escalerende geweld maakte het noodzakelijk de gewonden te evacueren en over te brengen naar het gebouw van de Adelijke Societeit in Sevastopol, de belangrijkste eerstehulppost. De balzaal was gevuld met bedden en tafels voor verbandmiddelen, en de biljartzaal werd omgebouwd tot operatiekamer, waarvan de vloer al snel onder het bloed kwam te liggen. In de danszaal werden honderden geamputeerden verpleegd en in de grote zaal klonk het gekreun van de gewonden in plaats van dansmuziek. Op een dag blies een bom een hoek van de kamer weg, waar verpleegster Ekatarina M. Bakunin assisteerde bij de operatie. Gelukkig bleven zij en het chirurgische team ongedeerd. Andere verpleegsters hielpen bij kleine operaties, hielden toezicht op de medicijnen, de apotheekvoorraad. Zij hielden ook een boekhouding bij van de persoonlijke bezittingen en het geld van de soldaten die aan hen in bewaring waren gegeven.

Portret Ekaterina Mikhailovna Bakoenina
© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg
Op 23 mei 1855 keerde Pirogov voor zes weken terug naar St. Petersburg. Hij wilde "...iets bijdragen om de militair-medische zaken in Sevastopol ten goede te veranderen..." Hij was ook uitgeput en wilde zijn familie tevreden stellen over zijn gezondheid.
Tijdens zijn terugreis naar de Krim zag Pirogov de slechte omstandigheden van het vervoer van de gewonden. Terug op de Krim creëerde hij afdelingen die verantwoordelijk waren voor het vervoer, bemand door verpleegkundigen. Vredesonderhandelingen om de vijandelijkheden te beëindigen begonnen in september 1855 en op 18 maart 1856 ondertekenden de strijdende partijen een vredesverdrag in Parijs.

Portret Nikolay Pirogov tijdens de jaren 50 in de Krimoorlog
© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg
Vergelijking van verpleegkundige zorg aan Russische kant tijdens de Krim oorlog

Uitspraken van Florence Nightingale over Russische verpleegsters en Nikolay Pirogov tijdens de Krimoorlog. In: Lynn Mcdonald, editor, Florence Nightingale on Wars and the War Office, Volume 15 of the collected works of Florence Nightingale, Canada, Wilfrid University Press

De Fransen, Sicilianen en de Britten zetten ook vrouwen in als verpleegsters. Onder druk van de media en het publiek werd verpleegster Florence Nightingale (1820-1910) gevraagd om naar de Krim te gaan om humanitaire hulp aan de gewonden te organiseren. Onder de Britse militaire artsen genoten Nightingale en haar kleine groep verpleegsters weinig gezag. Florence Nightingale erkende de kwaliteit van de zorg voor de gewonden door de Russische hulp op de Krim. In haar Aanvullende opmerkingen over de introductie van vrouwelijke verpleging in militaire ziekenhuizen in vrede en oorlog, gepubliceerd in 1858, schreef ze: '...Rest mij nog het Russische systeem te noemen, dat wat betreft de organisatie van de taken van de "zusters" mij verreweg de beste leek die ik heb gekend...'. In het Lagerhuis meldden twee legerofficieren dat Russische verpleegsters slechts onbeduidende taken hadden in de ziekenhuizen op het slagveld. Nightingale corrigeerde hen en stelde dat '...het Russische systeem lijkt het enige perfect georganiseerde systeem te zijn van vrouwelijke verzorgers in militaire ziekenhuizen, dat wass ontwikkeld in de Krimoorlog...'. Ze legde uit dat de verpleegsters de leiding hadden over alles wat met de zorg aan het bed van de patiënt te maken had. Ze kregen orders van de geneesheer, begeleidden hem tijdens zijn rondes, overlegden daarna met hem en communiceerden met de veldscheerders of verpleegsters. Nightingale verklaarde dat de Russische organisatie de beste benadering leek die ze ooit was tegengekomen.

Medaille "Voor de verdediging van Sebastopol". 1855

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Na de Krimoorlog kregen de verpleegsters de sociale erkenning die ze verdienden en werden er meer verpleegkundige gemeenschappen opgericht. Hun acties op de Krim en de daaropvolgende publieke erkenning hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de acceptatie van verpleging door het publiek en, meer in het algemeen, de rol van vrouwen in de Russische samenleving. De Heilige Verpleekundige Kruisgemeenschap wordt beschouwd als het model voor de Russische Rode Kruis-verplegingsverenigingen.
De opkomst van een netwerk van artsen van de militaire medische diensten
De Krimoorlog (1853-1857) telde aan beide kanten veel doden en gewonden.
Het lijden dat Pirogov tijdens de Krimoorlog meemaakte, heeft zijn kijk op het leven diepgaand beïnvloed. Zijn manier van denken veranderde meer in de richting van humanitaire doelen en onderwijs. Hij wijdde zijn laatste dagen aan het bevorderen van de medische opleiding in Rusland en rapportages en adviesen met betrekking tot de Europese regionale conflicten voor het Internationale Rode Kruis.

Nikolay Pirogov pleitte voor een internationaal verdrag om de veiligheid te garanderen van vrijwilligers die hulp verlenen aan oorlogsslachtoffers op het slagveld, ongeacht rang of nationaliteit. Later zouden anderen soortgelijke pleidooien houden.
In de Sonderbund-oorlog werden drieënnegentig doden en 510 gewonden geteld. Guillaume-Henri Dufour was opperbevelhebber van het Zwitserse leger als generaal, de hoogste rang in oorlogstijd. Hij had eerst in het Franse leger gediend van 1811 tot 1817 om het Franse keizerrijk te helpen verdedigen. Waar hij sinds 1814 werd toegevoegd aan de generale staf. In 1859 tijdens de Oostenrijk-Sardinische Oorlog, waarin de slag bij Solférino plaatsvond, werd Dufour opnieuw benoemd tot opperbevelhebber van het Zwitserse leger. De slag bij Solférino (1859) was de beslissende slag in de Tweede Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Het was de laatste grote veldslag in de wereldgeschiedenis waarbij alle legers onder persoonlijk bevel stonden van hun vorsten. De Zwitserse chirurg, Louis Appia (1818-1898), nam deel aan de strijd. Samen met zijn broer George, een predikant, schreef hij brieven aan Italiaanse en Franse artsen. Hij verzamelde de nodige materialen en Zwitserse vrienden voor fondsdonaties. Daar op het slagveld ontmoette Louis Appia de Zwitserse legergeneraal Guillaume Henri Dufour; het hoofd van de Franse militaire medische dienst, Hyppolite Larrey (zoon van Dominique Larrey); en Henry Dunant, een Zwitserse humanist en sociaal activist. Ook een andere Zwitserse chirurg, Théodore Maunoir, een vriend van Appia, en de Italiaanse generaal en nationalist, Giuseppe Garibaldi, namen deel aan deze vrijheidsstrijd. Pirogov had op de een of andere manier contact met alle genoemde personen. Hoewel er nog steeds geen bewijs is, mag worden aangenomen dat Pirogov, die in de Duitse stad Heidelberg verbleef van 1862 tot 1866, Dunant heeft ontmoet.
Jean Henri (Henry) Dunant, een Zwitserse zakenman, schrijver en sociaal activist, arriveerde op 24 juni 1859 in Solferino. Zijn komst viel samen met de laatste fasen van de strijd, waardoor de vreselijke nasleep ervan mogelijk was. Hij was geschokt en zeer ontroerd door het verschrikkelijke lijden van de gewonde soldaten die op het slagveld waren achtergelaten en het bijna totale gebrek aan medische zorg en basiszorg. Slechts drie jaar na de slag kon hij zich ertoe brengen zijn boek in het Frans te schrijven Un souvenir de Solférino, gepubliceerd in 1862. Dunant riep ook op tot internationale verdragen om de neutraliteit en bescherming van degenen die betrokken zijn bij gewapende conflicten te garanderen. In zijn boek erkende Dunant het werk van Elena Pavlovna en Florence Nightingale tijdens de Krimoorlog. Over de Russische verpleegsters die aan het front van de Krim werkten, schreef Dunant '...waar ze de zegen van duizenden Russische soldaten verwierven...'

Portret Henry Dunant in de jaren 50
Zwitserse filantroop en medeoprichter van het Internationale Comité van het Rode Kruis. In het publieke domein

Voorblad boek Un souvenir de Solférino

Privé collectie, met toestemming

Politiek invloedrijke mensen gingen in op het pleidooi voor een internationaal verdrag

Portret Charlotte van Württemberg, groothertogin Elena Pavlovna Romanova in de jaren 50
olieverf op doek, kunstenaar Christina Robertson (1796-1854).
In het publieke domein



Het hartverscheurende verslag van Henry Dunant over de verschrikkelijke nasleep van de slag bij Solférino werd in veel verschillende talen vertaald. Het werd naar vooraanstaande politieke, militaire figuren en andere invloedrijke personen in Europa gestuurd, waaronder Elena Pavlovna.
Ook bezocht hij velen van hen en had een persoonlijke ontmoeting met Groothertogin Elena Pavlovna in augustus 1863 in Ouchy en Bocage aan de oevers van het Meer van Genève (Lake Leman), Zwitserland. Ze beloofde hem haar neef, keizer Alexander II, en haar andere familieleden, waaronder haar schoonzus koningin Anna Pavlovna van Oranje en haar nicht Olga Nikolaeva Romanova, de latere koningin van Württemberg te interesseren. Het huis van Romanov was in de eerste of tweede lijn gerelateerd aan vele koninkrijken en hertogdommen in Europa, en hun toezeggingen versnelden het proces. Het Koninkrijk der Nederlanden was een van de eersten die zich aan de verplichtingen hield

Portret van Alexander II
olieverf op doek, kunstenaar Ivan N. Kramskoy (1837-1887) Russische School, Rusland, 1860-1870. Fotograaf - V.S. Korolev. ID GMZ Peterhof: GMZ Pf KP 56239 PDMP 1403-zh
© The Peterhof State Museum-Reserve, 2021
De oprichting van het Comité van het Internationale Rode Kruis
Het werk van Dunant wordt beschouwd als een beslissende factor die heeft geleid tot de oprichting van het Internationale Rode Kruis (ICRC). Een vijfkoppig comité onder voorzitterschap van Gustave Moynier en Dunant, een van de kritische leden, werd gevormd om de mogelijkheid te onderzoeken om een organisatie van zorg voor de gewonden op het slagveld op te zetten. Hun eerste ontmoeting op 17 februari 1863 wordt nu beschouwd als de oprichtingsdatum van het Internationale Comité van het Rode Kruis. In oktober 1863 organiseerde het Comité van Vijf een internationale conferentie in Genève (de eerste Conventie van Genève), die in feite de start van de Rode Kruisbeweging markeerde. Tijdens de bijeenkomst erkenden de afgevaardigden dat de vrijwilligers hun leven in gevechtsgebieden in gevaar zouden kunnen brengen, tenzij ze gemakkelijk konden worden geïdentificeerd als niet-strijders. Daarom besloten ze dat vrijwilligers een band om de arm met een onderscheidend identificatieembleem moesten dragen. Het gekozen embleem was een rood kruis op een witte achtergrond.
De ontwikkeling van het Russische Rode Kruis
In Rusland kreeg het idee van een vrijwillig comité naar het voorbeeld van de Conferentie van Genève een impuls. De eerste bijeenkomst van het Russische Rode Kruis vond plaats op 14 december 1866. Het hoofdkantoor was in Sint-Petersburg. Op 15 december aanvaardde keizerin Maria Aleksandrovna het beschermheerschap van de Vereninging. Nikolay Pirogov werd op 17 februari 1867 benoemd tot Privaat Raadslid van het Russische Rode Kruis en de keizerin. In de notulen wordt Nikolay Pirogov genoemd als één van de oorspronkelijke oprichters van de Vereninging. Op 30 april 1867 werd de statuten definitief goedgekeurd door de leden.
Pirogov als inspecteur-generaal van het Rode Kruis
Na de conferentie van Berlijn in april 1869 besloot het Russische Rode Kruis Nikolay Pirogov als gemachtigde naar de Frans-Duitse oorlog in de Elzas en Lotharingen te sturen. Hij merkte op dat één van de belangrijkste maar uitdagenste taken het organiseren van eerstehulpposten voor de slachtoffers was. Hij adviseerde om zoveel mogelijk ambulante mobiele ziekenhuizen op te richten, zoals de hospitaalbarakken die tijdens de Krimoorlog werden gebruikt. Verschillende troepen pasten het Russische systeem van kazernes en mobiele militaire hospitaaltenten aan.

Portret Nikolay Pirogov
in de 70-tiger jaren
© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Portret van Groothertogin Elena Pavlovna
papier, karton, fotografie, aquarel, Fotograaf Joseph Albert (1825-1886), Duitsland, München 1870s.
ID GMZ Peterhof: GMZ Pf KP 80704 ODMP 128-ik
© The Peterhof State Museum-Reserve, 2021
Op 13 september 1870 vertrok Nikolay Pirogov naar het oorlogsgebied in de Elzas en Lotharingen als officiële inspecteur-generaal van het Russische Rode Kruis van het Russische ministerie van Binnenlandse Zaken en namens de Vereniging voor de Zorg voor Zieke en Gewonde Soldaten.
Tijdens een persoonlijke ontmoeting vroeg Tsarina Maria Aleksandrovna aan Pirogov om aan haar te rapporteren, omdat ze op de hoogte gehouden wilde worden van de impact van particuliere steun op militaire gezondheidszorgfaciliteiten. De tsarina en groothertogin Elena Pavlovna voorzagen Pirogov en zijn metgezel van de nodige documenten, brieven en legitimiteitscertificaten, die buitenlanders toegang zouden geven tot faciliteiten op het slagveld.
In vijf weken tijd bezocht Pirogov tot zeventig militaire ziekenhuizen in Frankrijk en Duitsland. Hij legde zijn bevindingen en conclusies vast in een Russisch rapport aan het Russische Rode Kruis (Rapport over het bezoek aan het leger - sanitaire voorzieningen in Duitsland, Lotharingen en Elsa in 1870). In zijn rapport benadrukte hij de noodzaak van regelgeving en naleving, well- to-do management met aandacht voor de aanvoer van materialen. Hij gaf ook advies en aanwijzingen voor verpleegkundige verenigingen en humanitaire activiteiten. Op de jaarlijkse vergadering van het Comité van het Russische Rode Kruis op 5 december 1870 werd Pirogov unaniem het erelidmaatschap toegekend.

Voorpagina Verslag van het bezoek aan het leger - sanitaire voorzieningen in Duitsland,

Lotharingen en Elsa in 1870 en de Orde St. Anne, 1e klasse, een medaille als waardering

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Tijdens de Russisch-Turkse oorlog 1877-1878 reisde Nikolay Pirogov, nu 67 jaar oud, opnieuw op verzoek van de Rode Kruisgemeenschap naar het oorlogsgebied. Hij bezocht de eerstehulpposten en ziekenhuizen in Roemenië en Bulgarije om de procedures, de zorg, de evacuatie en de personeelsomstandigheden te onderzoeken. Hij instrueerde de artsen ook hoe ze patiënten met brandwonden moesten behandelen. Hij constateerde met voldoening dat de organisatie en de behandeling van gewonde soldaten weerspiegelde wat hij hun had geleerd. De Russisch-Turkse (Balkan) oorlog versnelde de ontwikkeling van het Russische Rode Kruis. De algemene erkenning van de Zusters van Barmhartigheid werd bevestigd met het oordeel van Pirogov: '...Elke arts die met een Barmhartige Zuster werkt, moet buigen voor hun activiteit. Zij is een onmisbare hulp voor de dokter, vooral voor de chirurg. Een dokter die zijn werk kent en ervan houdt, vindt in de Barmhartige Zuster zijn onvermoeibare assistent...'

Voorpagina De oorlogvoering, de sanitaire dienst en de particuliere hulpverlening op de slagvelden in Bulgarije en in de rug van het opererende leger 1877 – 1878, en een medaille als waardering van het Rode Kruis betreffende de oorlog 1877-1878.

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

De dood van Pirogov
Pirog trok zich uiteindelijk terug op zijn landgoed in Vishnya (nu Vinnytsia) in Oekraïne, hij begon zijn biografie Dagboek van een oude arts, exclusief voor mezelf geschreven, maar niet zonder een tweede gedachte, misschien zal iemand het ook ergens lezen te schrijven. Hij heeft het dagboek niet af kunnen maken, want zijn ziekte haalde hem in. Hij had eerder al zelf de diagnose van kanker gesteld, en dit vastgelegd in een notitie. Op 23 november 1881 stierf hij aan tongkanker veroorzaakt door het roken van een pijp. Het lichaam van Pirogov werd bewaard door de chirurg en anatoom David Iljitsj Vyvodstev, die een balsemtechniek gebruikte die Pirogov had ontwikkeld. Het lichaam van Pirogov ligt nog steeds in een kist met glazen deksel in een speciaal ontworpen mausoleum op het voormalige landgoed van Pirogov, dat nu een museum is dat aan zijn leven en werk is gewijd.

Voorkant van het dagboek van Pirogov
© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

De handgeschreven diagnose van kanker vastgesteld door Pirogov zelf, en zijn pijp.

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Erkenning van de rol van Nikolay Pirogov
Anderen waardeerden het erfgoed van Nikolay Pirogov. Zijn bijdrage aan het verbeteren van de benarde situatie van de oorlogsslachtoffers werd erkend door het Belgische Rode Kruis. In 1898 schreef Frédéric A. Ferrière (1848-1924), plaatsvervanger en vice-voorzitter van de Grote Raad van het Internationale Comité van het Rode Kruis en neef van Louis Appia, in het Bulletin International des Sociétés de la Croix-Rouge, dat ' ...in 1854 zond Groothertogin Helene Pavlovna een detachement Zusters van Barmhartigheid naar de Krimoorlog, geleid door de beroemde chirurg Pirogov voor de vele gewonden van alle nationaliteiten, die onder de muren van Sebastopol waren gevallen...' Hij verklaarde ook in hetzelfde tijdschrift '...dat het idee van de Rode Kruis-Vereninging zijn wieg heeft in Rusland. Het is daar waar het voor het eerst werd gerealiseerd...'

Oorkonde van het Belgische Rode Kruis voor zijn inzet, bijdrage en werk

© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

In augustus 1897 vond het XII Internationale Medische Congress plaats in Moskou maar ook in andere steden in het Keizerlijke Rusland. Ongeveer 10.000 artsen van over de hele wereld woonden het congres bij. Nikolay Ivanovich Pirogov werd postuum geëerd door zijn medische collega’s met een monument. In aanwezigheid van velen van deze vakgenoten werd op de vooravond van 3 augustus 1897 met toestemming van keizer Nicolaas II een gedenkteken onthuld voor de ingang van de kliniek van de medische faculteit van de Universiteit van Moskou.

Standbeeld van Nikolay Pirogov in de SM Kirov Militaire Medische Academie in Sint-Petersburg

© Uit de collectie van de SM Kirov Military Medical Academy, St. Petersburg

Made on
Tilda