Vruchtbare Samenwerking
BLOK II
Tsaar Peter de Grote was een chirurgijn met een duidelijke medische visie (1672-1725)
Peter de Grote werd in 1682 op de zeer jonge leeftijd van tien jaar tsaar van Rusland. Als tiener had Peter veel vrienden in de Slobodava, de buitenlandse wijk, in Moskou. Zijn beste vrienden waren de hofartsen van de families Johan (Ivan) Termont, een ervaren chirurgijn, en Zacharias van der Hulst, doctor in de geneeskunde. Beiden waren van Nederlandse komaf en Peters eerste docenten in theoretische en praktische geneeskunde. Samen met andere Nederlanders leerden ze de tsaar ook de Nederlandse taal. Misschien dat Peter daarom van jongs af aan koning-stadhouder Willem III als zijn held beschouwde.

Peter de Grote, Tsaar van Rusland (1672-1725)
olieverf op doek, kunstenaar Godfrey Kneller, Londen, 1698.
Afbeelding RCIN 405645 Royal Collection Trust. In het publieke domein

Koning-stadhouder Willem III (1650-1702)
Portret van Willem III, Prins van Oranje, stadhouder der Nederlanden en koning van Engeland sinds 1689. Olieverf op doek, kunstenaar Willem Wissing, 1680-1710, Londen. https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/SK-A-1228, In het publieke domein
Hij wist dat als hij zijn land uit zijn isolement wilde halen en transformeren naar een moderne beschaving, hij naar Europa moest reizen om zijn visies en ideeën te ontwikkelen. In de periode 1697-1698 bracht Peter zijn eerste bezoek aan Europa met de Grote Ambassade. In 1716-1717 bracht hij opnieuw een bezoek aan Europa. Hij wilde een betere verbinding met Europa bewerkstellingen en hervormingen en innovaties in zijn land doorvoeren.
Universiteit Leiden was het voorbeeld voor medische hervormingen

Universiteit Leiden

Het Academiegebouw van de Leidse Universiteit in 1614, een pentekening. Kunstenaars Jacob Marci en Justum à Colster, 1 januari 1614, Academia Leidensis. In: Illustrium Hollandiae Westfrisiae ordinum alma academia Leidensis, Lugduni Batavorum (Leiden), 1614.

© Leiden University, Leiden

Padua in Italië was de beroemdste universiteit voor medische en anatomische onderwijs. Als gevolg van de Reformatie sloot een pauselijk edict alle niet-katholieken aan Italiaanse universiteiten uit. Als gevolg hiervan verhuisden in de zeventiende eeuw de centra voor anatomische studies van Padua naar Frankrijk, Engeland en in het bijzonder naar Nederland. De Leidse universiteit, in 1575 gesticht door prins-stadhouder Willem de Zwijger, stond open voor alle studenten, ongeacht ras, nationaliteit of religie en werd beroemd om zijn anatomische en medische opleiding. Zelfs tsaar Peter de Grote was daarvan op de hoogte.

Willem de Zwijger, Prins-stadhouder van Oranje I (1533-1584)
Portret van Willem de Zwijger, Prins-stadhouder van Oranje, oprichter Universiteit Leiden.
Olieverf op paneel, artiest Adrian Thomasz. Key, Antwerpen 1579. https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/SK-A-3148, In het publieke domein



Tijdens zijn trip met de Grote Ambassades bezocht Peter anatomische theaters in Leiden en Amsterdam. In oktober 1697 bezocht tsaar Peter voor het eerst de Leidse universiteit. Hij was zeer geïnteresseerd in de oprichting en statuten van deze universiteit, in de botanische tuin en het anatomisch theater. Govert Bidloo, hoogleraar anatomie en voorzitter van de college van bestuur (rector magnificus) van de universiteit, en zijn collega’s overhandigden hem een Latijnse algemene beschrijving van alles wat met de universiteit te maken had. Tot tweemaal toe nam hij de statuten van de oprichting mee. Govert Bidloo was ook hofarts van koning-stadhouder Willem III en hoofd van de geneeskundige dienst van het leger. Peter volgde anatomische lessen in het Leidse anatomisch theater, dat uitgebreid wordt beschreven in zijn annalen. Na zijn terugkeer uit Engeland in april 1698 bracht hij een eerbetoon aan Willem de Zwijger, de oprichter van de Leidse universiteit, door zijn graf te bezoeken in Delft. Daarna bezocht hij opnieuw de botanische tuin en het anatomische theater van de Leidse universiteit.

Govert Bidloo
(1649-1713)
Hoogleraar anatomie, voorzitter van de raad van bestuur van de Leidse universiteit, tevens hofarts van koning stadhouder Willem III en hoofd van de geneeskundige dienst van het leger. Hij was de oom van Nicolaas Bidloo, hofarts van Peter de Grote.
© Leiden University, Leiden

Anatomisch Theater van de Universiteit Leiden

Sinds de oprichting van de Leidse Universiteit in 1575 hielden de anatomieprofessoren alleen in de winter demonstraties bij gebrek aan conserveringsmiddelen. Eerst verrijkten ze het anatomische theater met skeletten van menselijke lichamen en dieren. Ook werden allerlei prenten en voorwerpen toegevoegd over anatomie of in verband met calvinistische ideeën over leven en dood.

© Leiden University Medical Center, Leiden

De kleurenkoperplaat van het Anatomisch Theater van de Universiteit Leiden

De Militaire Medische Academie genaamd SM Kirov is de trotse eigenaar.

© Militaire Medische Academie genaamd SM Kirov

Nicolaas Bidloo legde de basis voor het medisch onderwijs in Rusland
Tsaar Peter had een nieuwe hofarts nodig. Hij nodigde daartoe Nicolaas Lambertus Bidloo (16734-1735) uit, een afgestudeerde en doctor medicinae (vergelijkbaar met een PhD-titel) van de Universiteit Leiden. Bidloo nam het aanbod aan en begon in 1702 zijn werk in Rusland. Zijn vader, Lambert Bidloo, was apotheker in Amsterdam. Govert Bidloo, de rector magnificus van de Universiteit Leiden was zijn oom en broer van zijn vader. Na zijn eerste reis naar Europa in 1703 organiseerde Peter de Grote een opleiding voor de meest getalenteerde Russische studenten aan de Universiteit Leiden. Peter besefte dat dit niet voldoende was. Samen met Nicolaas Bidloo richtte hij in Moskou de eerste medisch-chirurgische school op met een ziekenhuis, een anatomisch theater en een botanische tuin.

Nicolaas Bidloo - Alumni van de universiteit Leiden (1674-1735)

Nicolaas Bidloo was medeoprichter van de eerste medisch-chirurgische school op met een ziekenhuis, een anatomisch theater en een botanische tuin. Hij was de directeur van het eerste ziekenhuis en eerste artsenopleiding van het land. Hij wordt gezien als een van de grondleggers van de Russische geneeskunde.
Nicolaas Bidloo, olieverf op doek, Kunstenaar M.V. Apraksina, Sint-Petersburg 2021,
© Fotograaf Inge F. Hendriks. Privé collectie
Deze school, ontworpen door Bidloo, werkte volgens de lijn van de Leidse universiteit zowel theoretisch als praktisch. In 1707 opende in Moskou de "Bidloo-school" officieel haar deuren voor Russen en voor Russen van buitenlandse komaf. Verder introduceerde Nicolaas Bidloo de Leidse examenmethode voor chirurgen. De eerste instelling voor hoger onderwijs bereidde studenten voor op een eventuele vervolgstudie tot Doctor in de Geneeskunde in het buitenland. Na hun afstuderen zetten deze wetenschappers vooral hun studie voort aan de Universiteit Leiden.

Bidloo’s medisch-chirurgische school met ziekenhuis, anatomisch theater en botanische tuin in Moskou
Gezicht op de tuin van Nicolaas Bidloo en het aangrenzende ziekenhuis, pentekening, kunstenaar Nicolaas Bidloo, Moskou, begin 18e eeuw. In het publieke domein

Een greep uit een kleine 50 proefschriften behaald aan de Universiteit Leiden

Een compilatie van enkele proefschriften van artsen met Russische en buitenlandse roots. Ze werden in de 18e eeuw door de Universiteit Leiden opgeleid en hebben hoge posten bekleed in Rusland. In het publieke domein


Leerboek van Nicolaas Bidloo
N.L. Bidloo, Instruction to study surgery in the anatomical theatre, Moscow, 3 January 1710. In Latin. Als wetenschappelijke publicatie is het het eerste en originele handgeschreven leerboek voor hoger medisch onderwijs in Rusland.
© Militair Medische Academie genaamd SM Kirov
In 1710 voltooide Bidloo een handgeschreven studieboek voor zijn studenten om de chirurgie te bestuderen. Als wetenschappelijke publicatie is dit het eerste en originele leerboek voor hoger medisch onderwijs in Rusland. Het manuscript bevat termen, namen en het gebruik van chirurgische instrumenten in het Frans, Duits en zelfs in het Nederlands.
Tweesporenbeleid in de gezondheidszorg en medisch onderwijs
Peter de Grote wedde nooit op een enkel paard. Zo startte hij een tweesporenbeleid in de zorg. De Aptekarskiy Prikaz groeide in personeelsomvang. Geleidelijk aan veranderde het van een onderdeel van het hof naar een staatsinstelling. De medische school van de Aptekarskiy Prikaz, opgericht in 1654, was geen instelling voor hoger onderwijs, maar leidde chirurgijns op voor het leger en de marine. Meer dan 60 jaar van haar bestaan heeft de school onregelmatig gefunctioneerd. In moderne zin was het geen school. In 1707 sloot Peter deze school vanwege betere alternatieven en tegelijkertijd besloot hij de naam Aptekarskiy Prikaz ter veranderen in Aptekarskaya Kantselyariya (Farmaceutische Kanselarij).

Peter maakte een aanvang met het openen van tien ziekenhuizen in grote strategische centra: een garnizoen, een marine- en een landmacht hospitaal in 1710 in Sint-Petersburg en marine hospitalen in Kronstadt en Revel. In deze ziekenhuizen bevonden zich ook scholen waar na een periode van praktijkervaring in regimenten de titel van chirurgijn kon worden verkregen.

In 1712 werd een groot deel van de Aptekarskaya Kantselyariya verplaatst van Moskou naar de nieuwe hoofdstad Sint-Petersburg. In 1716 benoemde tsaar Peter in plaats van een apotheker een doctor in de Geneeskunde als hoofd van de kanselarij. De kroon benoemde deze doctor in de Geneeskunde voor het eerst en officieel tot Arkhiyater van de Kanselarij (synoniem met Minister van Gezondheidszorg).

Tabel met naamwisselingen Aptekarskiy Prikaz

Overzicht van de ontwikkeling van Aptekarskiy Prikaz, het "Ministerie van Volksgezondheid", vooral in de 18e eeuw als gevolg van de institutionalisering en hervormingen in de geneeskunde. De namen die werden gebruikt, de oprichter van de overheidsstructuur, het oprichtingsjaar en het individu of collectief dat de leiding had.

© Geproduceerd door Inge F. Hendriks, 2020

De aankoop van de collecties van Frederik Ruysch en Albert Seba
Peter bezocht anatomische theaters in Leiden en Amsterdam. Hij raakte gefascineerd door anatomische en zoölogische collecties en zag hun educatieve waarde. In Europa ontstond door de Oost- en West-Indische Compagnie uit Nederland een trend om exotische curiosa te leveren en te verzamelen. Veel koninklijke hoven en privéhuizen van de rijken en beroemdheden verzamelden dat soort curiosa en zelfs unieke kabinetten.

Tijdens zijn eerste Grote Ambassade 1697-1698 in Nederland bracht Peter het grootste deel van zijn tijd door in Amsterdam en bezocht hij meer dan eens de anatoom Frederik Ruysch, die zijn tweede leraar in de geneeskunde werd.

Frederik Ruysch
Portret Professor Fredrik Ruysch, Olieverf op doek, Kunstenaar Juriaen Pool (II), Noordelijke Nederlanden, 1702.
https://www.boijmans.nl/nl/collectie/kunstwerken/2585/portret-van-hoogleraar-frederik-ruysch. In het publieke domein
Hij leerde Peter ader te laten, chirurgische incisies uit te voeren, wonden te hechten, tanden te trekken en obducties uit te voeren. De tsaar bezocht ook de stad Delft en ontmoette Antoni van Leeuwenhoek (1632 -1723). Hij mocht door de microscoop kijken en zag “zulke kleine objecten”. Hij was zo gefascineerd dat hij een van de microscopen mee terug nam naar Rusland.

Ontmoeting Peter I met Antoni van Leeuwenhoek
Peter de Grote en Antoni van Leeuwenhoek in de stad Delft, pentekening. Kunstenaar V.S. Bedin, 2004. Image OF 87224.
© Uit de collectie van het Militair Medisch Museum, St. Petersburg

Replica microscoop van Antoni van Leeuwenhoek

© Fotograaf Inge F. Hendriks, Privé collectie

Sinds 1672 had Ruysch de techniek voor het prepareren van anatomische objecten en bloedvaten geperfectioneerd. Hij deed dit door middel van het injecteren met kleur- en hars vloeistoffen. Hij vond een unieke manier uit om stoffelijke resten te balsemen. Hij verzamelde een unieke collectie museumstukken (aangeboren afwijkingen en misvormingen) en creëerde het eerste anatomische museum in Amsterdam. Zijn museum bezat een rijke collectie anatomische en zoölogische voorwerpen, gedroogde planten, insecten en vogels. Alles werd tot in detail beschreven. Peter de Grote had grote bewondering voor de anatomische exemplaren van mens en dier tijdens zijn bezoeken aan het museum. In 1698 verkreeg hij zijn eerste verzameling anatomische en zoölogische preparaten.

De kleine zoölogische collectie van Federik Ruysch



Deze collectie werd door Peter de Grote verkregen tijdens zijn eerste Grote Ambassade in 1697-1698 en maakte deel uit van zijn privécollectie. Tegenwoordig maakt het deel uit van de collectie in de afdeling Biologie van de Militaire Medische Academie genaamd SM Kirov in Sint-Petersburg.

© Militair Medische Academie genaamd SM Kirov

Zoological specimens

Surinaamse pad pipa (ca. 1855)

Vieroogopossum van Albert Seba (1734)

© Naturalis Biodiversity Centre, Leiden

De anatomische voorwerpen staan bekend als de "kleine privécollectie van 26 droge en natte menselijke exemplaren" van Fredrik Ruysch. De eerste twee verzamelingen werden onderdeel van de Aptekarskiy Prikaz in Moskou, in afwachting van de vestiging van de Prikaz in St.Petersburg, sinds 1703 de nieuwe hoofdstad.

In 1798 werd deze kleine collectie overgebracht van de Meditsinskaya Kollegiya naar de keizerlijke medisch-chirurgische academie (nu de militaire medische academie genaamd S.M. Kirov) in St. Petersburg.

Droge preparaten van de Frederik Ruysch collectie



Een viertal droge preparaten uit de “kleine collectie van 26 droge en natte objecten” van Frederik Ruijsch. Deze kleine collectie was privé bezit van tsaar Peter de Grote en bevindt zich in het museum van de afdeling Anatomie van de Militair Medische Academie genaamd SM Kirov. De afbeelding toont het skelet van het lachende jongetje en het dansende aapje. Ook is een lichaam afgebeeld dat een Torso Situs Inversus Totalis wordt genoemd, omdat de organen aangeboren in spiegelbeeld in het lichaam aanwezig zijn. Het afgebeelde hart vertoont dezelfde afwijking en wordt Hart Situs Inversus genoemd.

© Militair Medische Academie genaamd SM Kirov

Natte preparaten van de Frederik Ruysch collectie

Een drietal natte preparaten uit de “kleine collectie van 26 droge en natte objecten” van Frederik Ruijsch. Deze kleine collectie was privé bezit van tsaar Peter de Grote en bevindt zich in het museum van de afdeling Anatomie van de Militair Medische Academie genaamd SM Kirov.

© Militair Medische Academie genaamd SM Kirov

De Kunstkamera, museum voor antropologie en etnografie

Gebouw van Kunstkamera

Gravurefragment “Avenue stroomafwaarts langs de rivier de Neva tussen het winterpaleis van Hare Keizerlijke Majesteit en de Academie van Wetenschappen”, Koperplaatgravure, kunstenaar G.A. Kachalov naar een tekening van M.I. Makhayev, Sint-Petersburg 1751-1753.

In het publieke domein

Peter de Grote wilde een eigen museum met curiosa en richtte in 1714 de Kunstkamera op. Ondertussen reisde Peter in 1716-1717 opnieuw met zijn tweede Grote Ambassade door Europa, inclusief Frankrijk en Nederland. Toen hij de kans kreeg, kocht hij de beroemde Ruysch-verzameling anatomische preparaten voor zijn nieuwe Kunstkamera. De tsaar wist Ruijsch zover te krijgen dat hij de geheimen onthulde van het balsemen van de droge en het conserveren van de natte exemplaren. Peter gaf deze kennis door aan zijn hofarts Laurentius L. Blumentrost (1676-1756) als hoofd curator van het beheer van de Ruysch collectie. Blumentrost gaf op zijn beurt het geheim door aan dokter Rieger, die het uiteindelijk op schrift stelde en het geheim openbaar maakte.

De tsaar kocht in 1716 ook de natuurhistorische collectie van de apotheker Albert Seba. Het bevatte onder andere 340 glazen potten met dieren bewaard in een speciale conserveringsvloeistof, een hoeveelheid vis en andere zee producten. De Kunstkamera ging in 1719 voor het publiek open. Peter de Grote richtte in 1724 de Keizerlijke Academie van Wetenschappen op en de Kunstkamera werd onderdeel van de Academie. Tegenwoordig is de zoölogische collectie van Seba te bewonderen in het Zoölogisch Museum van het Zoölogisch Instituut van de Russische Academie van Wetenschappen in Sint-Petersburg.

Portret Albert Seba (1665 – 1736)
Nederlandse apotheker, zoöloog en verzamelaar. Gravure door Jacobus Houbraken (1698-1780) naar Jan Maurits Quinkhard (1688-1772), gedateerd 1731.
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Albertus_Seba_by_Jacobus_Houbraken_after_Jan_Maurits_Quinkhard.jpg. In het publieke domein

Nautilus pompillius (phragmocone), een parelmoeren schelp met daarop gegraveerde geleedpotigen. Het kamergedeelte van de schaal van een koppotigen wordt door interne wanden in meerdere ruimtes verdeeld.

Het vermoeden is dat de gravures zijn aangebracht door Jean Bellekin (Belequin of Bellquin) (1597-1636), een bekende parelmoersnijder en -graveerder in Amsterdam, in het begin 16de eeuw. Het kan ook zijn dat zoon Cornelis (1615-1696) de gravures heeft aangebracht maar dan helft of eind 17de eeuw. Cornelis was onderwezen in deze techniek door zijn vader. Fotograaf Roman Tamchenko, 2020.

© Zoological Institute of the Russian Academy of Sciences, (ZIN RAS)

Pipa Pipa, Surinaamse pad

Surinaamse padden zijn bekend vanwege de voortplantingsgewoonten. De mannetjes kwaken niet, maar produceren een scherp klikkend geluid door het tongbeen in hun keel te breken. Het mannetje zwemt in bogen door het water en laat per boog iedere keer 3 tot 10 eieren los. Het mannetje implanteert deze in de huid op de rug van het vrouwtje. De eitjes zinken in de huid en vormen gedurende enkele dagen holtes. De huid lijkt een onregelmatige honingraat. De embryo's groeien uit tot kikkervisjes en verlaten uiteindelijk de moederrug als volledig ontwikkelde padden. Daarna werpt de moeder de dunne laag huid af.

Fotograaf Roman Tamchenko, 2020.

© Zoological Institute of the Russian Academy of Sciences, (ZIN RAS)



Hypsiboas boans, Rana Boans (Rana Surinamemsis) Linnaeus 1758. Een grote boomkikker, Inv.nr. ZISP 222.

Fotograaf Roman Tamchenko, 2020.

© Zoological Institute of the Russian Academy of Sciences, (ZIN RAS)

Pseudis paradoxa, Rana Americana (Albert Seba), Rana Paradoxa Linnaeus, 1758

Het lichaam is gedrongen, de kop is relatief klein en de ogen en neusgaten staan wat meer aan de bovenzijde. De kleur is meestal groen tot olijfbruin, de onderzijde is geel met vele zwarte vlekjes. De huid is glad en slijmerig en de tenen aan de achterpoten hebben grote zwemvliezen. Het is een "krimpende" kikker vandaar paradoxaal. Het eitje verandert in een grote larve en na een poosje in een kleine kikker. De volwassen kikker is drie keer kleiner dan de larvale vorm. Dit is voor kikkers zeer uitzonderlijk.

Fotograaf Roman Tamchenko, 2020.
© Zoological Institute of the Russian Academy of Sciences, (ZIN RAS)

De bruine vierogige opossum (Metachirus nudicaudatus) is een buidelloos buideldier. Het dier komt vooral voor in de bossen van Midden- en Zuid-Amerika. Het is een nachtelijk, solitair, sterk en alles etend dier. Het leeft vooral op het land en voedt zich met fruitzaden, kleine gewervelde dieren zoals vogels en reptielen, maar ook ongewervelde dieren zoals rivierkreeften en slakken.
De bruine vierogige opossum bouwt nesten van bladeren en twijgen in boomtakken of onder rotsen en boomstammen. Het is seizoensgebonden vruchtbaar en heeft een worpgrootte variërend van één tot negen. De witte vlek boven elk oog inspireerde de gemeenschappelijke naam van "opossum met vier ogen". Zijn geschubde staart is langer dan zijn lichaam.

Fotograaf Roman Tamchenko, 2020.
© Zoological Institute of the Russian Academy of Sciences, (ZIN RAS)

Medische instrumenten: nog een tweesporenbeleid
Van bijzondere kopzorg voor Peter was de aankoop van medicijnen, kruiden en medische instrumenten. In maart 1698 ontving de Amsterdamse koopman Wouter Falden (Valden) een aanzienlijk bedrag voor medische instrumenten die speciaal voor de tsaar waren vervaardigd. Deze instrumenten werden door de arts Alfer Penders naar Moskou vervoerd. De Nederlandse admiraal Cornelis Cruys, in dienst van de tsaar, was samen met Johan Termont verantwoordelijk voor de inkoop van medicijnen en medische hulpmiddelen voor het leger. Ook de Nederlandse koopman Christopher Brandt was verantwoordelijk voor belangrijke medische aankopen en was persoonlijk verantwoordelijk voor de verzending naar Moskou.

Medische instrumenten van Peter de Great
Peter de Grote bezat een prachtige collectie chirurgische en trepanatie-instrumenten, die speciaal voor hem werden gemaakt (het is niet duidelijk of ze allemaal exclusief voor Peter zijn gemaakt of dat hij ze kant-en-klaar heeft gekocht). Deze instrumenten zijn te bewonderen in de afdeling Russische cultuur van de 1e helft van de 18e eeuw in het Staatsmuseum de Hermitage in Sint-Petersburg.

Chirurgische instrumenten Inv.nrs. ERTh 1132-1140, Fotograaf Pavel Demidov
© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

Trepanatie instrumenten Inv.nrs. ERTh 957, 960, 961, 963, 965, 1069, 1068, 1075, 1078, 1089, 1755.
Fotograaf Pavel Demidov
© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

Tandheelkundige instrumenten van Peter I

Inv.nrs. ERTh 1118, 1117, 1120. Fotograaf Vladimir Terebenin, Leonard Kheifets, Yuri Molodkovets.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021


Tonsillen snijder

Inv.nr. ERTh-1124. Fotograaf Olga Lapenkova.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

In mei 1698 kocht de tsaar een kleine reisapotheek in Amsterdam voor 15 gouden dukaten en medicijnen van de apotheek het Gouden Doel. Op verzoek van Peter is zijn reisapotheek voor hem afgeleverd op de scheepswerf van de VOC, de Oost-Indische Compagnie.
Speciaal voor zijn hofartsen Johann Termont en Zacharias van der Hulst en andere chirurgijns kocht hij medische instrumenten in Nederland en Groot-Brittannië.

Peter de Grote's reisapotheek
Er zijn drie van deze fraai hand vervaardigde reisapotheken, die rond 1613-1615 in Augsburg, Duitsland werden vervaardigd door Tobias Loyker en Hans Georg Brenner. Een daarvan was de persoonlijke reisapotheek van tsaar Peter de Grote en bevindt zich in het Staatsmuseum de Hermitage in Sint-Petersburg. Twee bevinden zich in musea in Duitsland, één in het Apotheekmuseum in het slot Heidelberg in Heidelberg, en de andere in het Museum voor Kunsthandwerken in Frankfurt-am-Main.
Inv.Nr. ERTh 1389, Fotograaf Pavel Demidov.
© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

Peter de Grote's reisapotheek

Huisapotheek voor op reis, gedecoreerd met uitgesneden ornamenten van been. Door de Vereniging van de Oost Indische Compagnie uit de Oost meegenomen en aangekocht door de Tsaar in Amsterdam tijdens zijn eerst Grote Ambassade? Peter I’s reisapotheek.

Inv.nr. ERTh-984, fotograaf Vladimir Terebenin, Leonard Kheifets, Yuri Molodkovets.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

Medische instrumenten voor zijn hofartsen en chirurgijns

Medische instrumenten van de hofartsen van tsaar Peter de Grote? Hij kocht medische instrumenten in Nederland en Engeland voor zijn hofartsen en chirurgijns in het leger.


Instrument voor het openen van de mond. Inv.nr. ERTh-1122. Fotograaf, Dmitry Sirotkin.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021



Medische instrumenten van Peter I: Inv.nrs. ERTh-950, 973, 1096. Fotograaf Vladimir Terebenin.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

In Groot-Brittannië betaalde hij een arts genaamd Baldwin Anders voor kratten en het transport van zijn medische instrumenten. Hij wilde ze tijdens het transport van Detfort naar Londen verbergen voor de medische handel. Daarom stammen mogelijk ook enkele oude instrumenten in het Staatsmuseum de Hermitage in Sint-Petersburg af van deze twee artsen.

Het land van de tsaar en keizer van Rusland in Europa en Azië met de weg van Moskou naar Peking

Inv.nr. ERG-34511.

Fotograaf Darya Bobrova.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

De twee apotheken in Moskou, die Peter had geërfd van zijn vader Tsaar Alexey Mikhailovich, en de latere acht particuliere apotheken in Moskou waren verantwoordelijk voor de productie en reparatie van chirurgische instrumenten. De apotheken waren ook verantwoordelijk voor de aankoop van apothekerspotten, karaffen en weegschalen. Het was een particuliere ondernemingen, bestaande uit individuele ambachtslieden, meestal buitenlanders, die op contract werkten. Het assortiment en de kwaliteit van de gereedschappen varieerden aanzienlijk. Van 1700 tot 1721 was Rusland in oorlog met Zweden om toegang te krijgen tot de Oostzee. In 1703 trokken Russische troepen naar de Finse Golf in hetzelfde jaar dat Peter de Grote zijn nieuwe hoofdstad Sint-Petersburg bouwde. Het Russische leger vermenigvuldigde zich en het aantal ziekenhuizen nam toe. Veel instrumenten van de regimentskisten gingen verloren, waren beschadigd en verroest. Ze moesten worden schoongemaakt, gerepareerd en vervangen.

Portret van Keizer Peter I (1672-1725)
Olieverf op doek, 1716, kunstenaar Benoît Le Coffre (1671-1722), Franse School Denmark, Copenhagen, Fotograaf V.S. Korolev. ID GMZ Peterhof: GMZ Pf KP 7018 PDMP 865-zh
© The Peterhof State Museum-Reserve, 2021


Tsaar Peter begreep de grote behoefte aan een uitstekende militaire gezondheidszorg met geschikte artsen en medische instrumenten. Zijn tweesporenbeleid resulteerde ook in twee productielijnen voor instrumenten, een door de Aptekarskiy Prikaz en de andere door een fabriek voor medische instrumenten.

Stempel en/of merkteken

De smid of de messenmaker heeft zijn merkteken/symbool in het object gestempeld. Dit stempelteken was het symbool van de gilde/fabrikant. Zie de linker twee instrumenten. De andere instrumenten zouden gemaakt kunnen zijn door de Fransman Etienne Stephen Lubote. De ene uit de tijd dat hij in Parijs werkte en de andere toen hij in het keizerlijke Rusland werkte.

Medische instrumenten van Peter I: Inv.nrs. ERTh-1061, 1086, 1094, 936.. Fotografen Vladimir Terebenin, Leonard Kheifets, Yuri Molodkovets.

© The State Hermitage Museum, Saint Petersburg, 2021

In 1717 bezocht Peter tijdens zijn tweede Grote Ambassade alle Leidse fabrieken rondom de Universiteit Leiden aan het Rapenburg, en de meeste medische instrumentmakers. Hij had interessante, gedetailleerde gesprekken met fabrikanten, instrumentmakers en met de arts-wetenschappers van de universiteit. De plaatselijke ambachtslieden, smeden en messenmakers maakten op verzoek van een plaatselijke chirurg instrumenten. Deze ambachtslieden waren georganiseerd in een gilde om hun leden te beschermen tegen oneerlijke concurrentie en om hun kwaliteit te waarborgen. De smid of de messenmaker voorzag het voorwerp van zijn merkteken/symbool en stempel. Dit stempel was het symbool van de gilde/fabrikant.

Nadat Peter uit het buitenland was teruggekeerd, bouwde hij een houten fabriek voor medische instrumenten op het Apothekerseiland in zijn nieuwe hoofdstad Sint-Petersburg. De fabriek kwam gereed in 1722. Houten bootjes begonnen eenvoudige uitrustingen over te brengen, zoals aambeelden, hamers, tangen en balgen voor de smederij. De instrumentmaker kreeg een bankschroef, een slijper, een zaag, een werkbank met een wiel en een houten stam, en chirurgische instrumenten geïmporteerd uit Europa. De Russische meesters begonnen zonder instructies of hulp van buitenlanders. De eerste chirurgische instrumenten kregen een goede reputatie en chirurgen waardeerden ze.
Chirurgijns
Vanaf het midden van de 15e eeuw begonnen ook chirurgen en chirurgijns gilden te organiseren. De gilden legden de vereisten, kwalificaties, examens en examenbeoordeling voor het lidmaatschap vast. Een hoogleraar van de Leidse Universiteit, hoofd van het gilde, verzorgde de theoretische instructie en het examen voor chirurgijns. Hoewel de laatstgenoemden van minder aanzien waren, moesten de chirurgijns en de chirurgen een soortgelijk praktijkexamen ondergaan. Hun kennis van de aderen, slagaders en zenuwen en de juiste diagnose van enkele medische gevallen werd getest. Ook moesten ze een succesvolle aderlating, één chirurgische ingreep en de vervaardiging van twee of drie lancetten uit een stuk ruw ijzer uitvoeren. In de praktijk moesten ze binnen 14 dagen twee of meer ruwe lancetten verfijnen en de vorm en de werking ervan polijsten, die werden getest met een stevig stuk leer tussen de vingers.

In de 17e eeuw werden "moderne" leerboeken gebruikt, onder andere Een algemeen systeem van chirurgie in drie delen, vertaald van het Latijn naar het Engels (1750) door Lorenz Heister en Manuale Operatien (1684) door Cornelius Solingen. Hij was arts/chirurg en oud-student van de Universiteit Leiden met een praktijk in Den Haag. Laatstgenoemde beschreef en illustreerde niet alleen zijn eigen vervaardigde instrumenten, maar ook die van anderen. Belangrijker nog, Solingen beschreef het effect van vuil op het genezingsproces. Daarom maakte hij gladde instrumenten.




Made on
Tilda